schandelijk

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  schandelijk    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• schan·de·lijk

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van schande met het achtervoegsel -lijk

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	schandelijk	schandelijker	schandelijkst
verbogen	schandelijke	schandelijkere	schandelijkste
partitief	schandelijks	schandelijkers	-

Bijvoeglijk naamwoord

schandelijk

1. een schande vertegenwoordigend

   • Die politieke voorstellen zijn een schandelijke aanslag op de democratie zelve. 

Gangbaarheid

• Het woord schandelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "schandelijk" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
97 %	van de Vlamingen.