schaken
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- scha·ken
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘een vrouw ontvoeren’ voor het eerst aangetroffen in 1181 [1]
- afgeleid van schaak met het achtervoegsel -en [2] [3] [4]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
schaken |
schaakte |
geschaakt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
schaken
- (spel) inergatief het schaakspel spelen
- Garry Kasparov was wereldkampioen schaken.
- overgankelijk ontvoeren (vooral m.b.t. vrouwen, in afgezwakte zin ook: een meisje inpalmen)
- Ze werd door hem geschaakt.
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
|
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
[1] "het schaakspel spelen"
- Schaken op meerdere borden / op tien borden tegelijk
Te maken hebben met meerdere kwesties tegelijk die op zichzelf niets met elkaar te maken hebben, maar op een bepaalde manier toch verknoopt zijn
Vertalingen
1. schaakspel spelen
Gangbaarheid
- Het woord schaken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "schaken" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[5] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "schaken" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ schaken op website: Etymologiebank.nl
- ↑ schaken op website: Etymologiebank.nl
- ↑ schaken op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -en in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Spel in het Nederlands
- Inergatief werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %