samentrekken

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sa·men·trek·ken
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
samentrekken
trok samen
samengetrokken
klasse 3 volledig
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

samentrekken

  1. ergatief in elkaar trekken
    • De hartspier trekt ongeveer zestig keer per minuut samen. 
  2. overgankelijk bij elkaar brengen
     Rusland heeft zo'n 100.000 zwaarbewapende militairen aan de grens met Oekraïne samengetrokken.[1]
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron
    NOS Nieuws
    “NAVO waarschuwt Rusland voor agressie tegen Oekraïne, 'prijs zal hoog zijn'” (7 januari 2022), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be