sak

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  sak    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• sak

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van het Franse sac

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	sak	sakken
verkleinwoord	sakje	sakjes

Zelfstandig naamwoord

de sak m

1. (kleding) japon

Gangbaarheid

• Het woord sak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sak" herkend door:

7 %	van de Nederlanders;
12 %	van de Vlamingen.

Afrikaans

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	sak	sakke

Zelfstandig naamwoord

sak

1. zak

Yucateeks

Bijvoeglijk naamwoord

iztac

1. (kleur) wit

Zweeds

Zelfstandig naamwoord

	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	sak	saken	saker	sakerna
genitief	saks	sakens	sakers	sakernas

sak

1. ding

Afgeleide begrippen

•  leksak zn