Naar inhoud springen

sacrament

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sa·cra·ment
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord sacrament sacramenten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het sacramento

  1. (religie) ritueel of teken in de christelijke kerk, door Jezus ingesteld, waardoor Gods genade wordt doorgegeven
    • In de Katholieke Kerk zijn er zeven sacramenten: het doopsel, de biecht, de communie, het vormsel, de priesterwijding, het huwelijk en de ziekenzalving. 
    • "De Sacramenten zijn werkzame tekenen van de genade, ingesteld door Christus en toevertrouwd aan de Kerk, waardoor ons het goddelijk leven verleend wordt." (Catechismus van de Katholieke Kerk, punt 1131) 
    • "De Sacramenten zijn heilige zichtbare waartekenen en zegelen, van God ingezet, opdat Hij ons door het gebruik daarvan de belofte des Evangelies des te beter te verstaan geve en verzegele;" (Heidelbergse Catechismus (van de Hervormde Kerk), punt 66) 
Hyponiemen
rooms-katholiek:
Vertalingen

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen


Engels

Uitspraak
enkelvoud meervoud
sacrament sacraments

Zelfstandig naamwoord

sacrament

  1. (religie) sacrament


Frans

Uitspraak
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  sacrament     le sacrament     sacraments     les sacraments  

Zelfstandig naamwoord

sacrament m

  1. (religie) sacrament