roestvrij

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  roestvrij    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• roest·vrij

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  roest ww  en  vrij 

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	roestvrij	roestvrijer	roestvrijst
verbogen	roestvrije	roestvrijere	roestvrijste
partitief	roestvrijs	roestvrijers	-

Bijvoeglijk naamwoord

roestvrij

1. (redelijk) bestand tegen roesten, roestbestendig
2. vrij van roest (momentane situatie)

Synoniemen

• [1] roestvast

Afgeleide begrippen

• roestvrij staal

Vertalingen

    1. roestbestendig   

Duits: rostfrei (de) Engels: stainless (en) Frans: inoxydable (fr)

Spaans: inoxidable (es) Zweeds: rostskyddat (sv)

Gangbaarheid

• Het woord roestvrij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "roestvrij" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.