Naar inhoud springen

rivieroever

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

rivieroever
Uitspraak
Woordafbreking
  • ri·vier·oe·ver
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rivieroever rivieroevers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de rivieroeverm

  1. de overgang van water en land aan de zijkant van een rivier
     Li An Phoa (39) neemt studenten steevast mee naar buiten. Naar een imker of botanische tuin, rivieroever of duinpan. Ze probeert hen te laten voelen: we maken deel uit van een groter geheel, daar zijn we niet alleen afhankelijk van, maar ook verantwoordelijk voor.[2]
     De meisjes die om het leven kwamen stonden op een rivieroever die wegzakte toen de grond begon te schudden, meldde de brandweer. Elders viel een dodelijk slachtoffer toen een tabaksfabriek instortte.[3]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink Weblink bron “De vrouw die de rivieren gaat redden: ‘Slechts een paar generaties geleden konden we er nog uit drinken’” (6 december 2019), de Volkskrant
  3. Bronlink Weblink bron “'Zeker drie doden na aardbeving Myanmar'” (11-01-2017), Tubantia