ringband

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  ringband    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ring·band

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  ring  en  band 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	ringband	ringbanden
verkleinwoord	ringbandje	ringbandjes

Zelfstandig naamwoord

de ringband m

1. een schrift of map waarin losse papieren waarin gaatjes zijn geponst d.m.v. ringen worden vastgehouden

   • Een multomap is een bekende vorm van een ringband. 

Gangbaarheid

• Het woord ringband staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ringband" herkend door:

97 %	van de Nederlanders;
85 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.