riempjes

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  riempjes    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈrimpjəs / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• riem·pjes

Woordherkomst en -opbouw

• mv:  riempje zn  met de uitgang -s
• enk: leenvertaling van Latijn corrigiola "riempje", dat ten onrechte is opgevat als meervoudsvorm

mv Deze rieten handtaswordt met twee leren riempjes gesloten.

Zelfstandig naamwoord

de riempjes mv

1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord riem

   ▸ De kinderen klikken hun riempjes vast.

enk Riempjes, Corrigiola litoralis

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	riempjes	-
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de riempjes mv meervoudsvorm als officiële benaming

1. (bloemplanten) bepaald soort sterrenmuurachtige plant, Corrigiola litoralis 

   ▸ Riempjes staat op open, zonnige, op 's zomers droge tot vochtige, matig stikstofrijke en kalkarme, matig voedselrijke tot matig voedselarme, zwak zure bodems bestaande uit grof zand, lemige grond of uit fijn grind en staat verder op stenige plaatsen.

Vertalingen

    1. bepaald soort sterrenmuurachtige plant, Corrigiola litoralis   

Spaans: pasacaminos (es)

Gangbaarheid

• Het woord riempjes staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

• [1] riempjes in het Nederlands Soortenregister N
• [1] riempjes op Wikidata
• [1] riempjes op "Wilde planten in Nederland en België" ♣