reiswinkel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: reiswinkel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- reis·win·kel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van reis en winkel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | reiswinkel | reiswinkels |
verkleinwoord | reiswinkeltje | reiswinkeltjes |
Zelfstandig naamwoord
de reiswinkel m
- reisbureau
- Je kunt tegenwoordig vaak beter een goedkoper zelf een reis boeken via internet, dan dat je het doet met behulp van een reiswinkel.
Gangbaarheid
- Het woord reiswinkel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.