redactioneel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- re·dac·ti·o·neel
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | redactioneel | redactioneler | redactioneelst |
verbogen | redactionele | redactionelere | redactioneelste |
partitief | redactioneels | redactionelers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
redactioneel [1]
- van de redactie afkomstig of de redactie betreffend
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord redactioneel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "redactioneel" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be