receptenboek
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- re·cep·ten·boek
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van recept en boek met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | receptenboek | receptenboeken |
verkleinwoord | receptenboekje | receptenboekjes |
Zelfstandig naamwoord
het receptenboek o
- (kookkunst) boek met kookrecepten
- boek (in een apotheek) met recepten
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord receptenboek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.