putboor
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- put·boor
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van put en boor
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | putboor | putboren |
verkleinwoord | putboortje | putboortjes |
Zelfstandig naamwoord
- (gereedschap) grondboor om diepe putten te boren
Gangbaarheid
- Het woord putboor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "putboor" herkend door:
74 % | van de Nederlanders; |
74 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be