pruimen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- prui·men
Woordherkomst en -opbouw
- [1] [2] [3] Afgeleid van pruim met het achtervoegsel -en, vernoemd naar de vorm of grootte van de pruim.
- [1] In de betekenis van ‘tabak kauwen’ in plukjes tabak (die op gekookte pruimen lijken) aangetroffen vanaf 1779. [1] [2]
- [2] Waarschijnlijk oorspronkelijk in de betekenis van “zorgvuldig eten, kauwen”, zoals iemand die tabak pruimt.
- [3] Nevenvorm van pruillen, wellicht met een toespeling op de lippen in de vorm een pruim (van de ontevreden persoon).
- [4] Ontleend aan Engels prime. [3]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
pruimen |
pruimde |
gepruimd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
pruimen
- overgankelijk tabak kauwen [4] [5]
- eten [6]
- die rommel is niet te pruimen
- mokken [7] [8]
- vermengen van water met stoom [9] [10]
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Overerving en ontlening
Vertalingen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pruimen | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het pruimen o
stellend | |
---|---|
onverbogen | (alleen attributief) |
verbogen |
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als bijvoeglijk naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
pruimen (alleen attributief)
- van pruimenhout gemaakt
- unieke pruimen tafel
Zelfstandig naamwoord
de pruimen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord pruim
Hyponiemen
- akipruimen, dadelpruimen, eierpruimen, kafferpruimen, kerspruimen, kriekpruimen, perzikpruimen, sleedoornpruimen, sleepruimen
Gangbaarheid
- Het woord pruimen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pruimen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[11] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ pruimen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "pruimen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ pruimen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ kauwen pruimen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ mokken pruimen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ mengen pruimen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -en in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Stofadjectief in het Nederlands
- Niet met deze vorm in Woordenlijst Nederlandse Taal
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %