praktijken

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  praktijken    (hulp, bestand)
• IPA: / prɑkˈtɛikə(n) / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• prak·tij·ken

Woordherkomst en -opbouw

• praktijk met de uitgang -en

Zelfstandig naamwoord

de praktijken mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord praktijk
2. alleen meervoud bedenkelijke daden

Hyponiemen

   

achterkamerpraktijken afluisterpraktijken afpersingspraktijken belastingpraktijken dopingpraktijken dumpingpraktijken folterpraktijken fraudepraktijken handelspraktijken intimidatiepraktijken martelpraktijken matchfixingpraktijken nazipraktijken omkooppraktijken oplichtingpraktijken oplichtingspraktijken smeergeldpraktijken wanpraktijken witwaspraktijken zwartgeldpraktijken

Vertalingen

    1.   

Spaans: prácticas (es) v mv

Gangbaarheid

• Het woord praktijken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.