poezel

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  poezel    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈpuzəl / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• poe·zel

Woordherkomst en -opbouw

• afleiding van poes met het achtervoegsel -el

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	poezel	poezels
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de poezel v

1. jonge vrouw of jong meisje
2. sierkwast aan een meubel
3. (Zeeland) bloeiwijze van de lisdodde

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	poezel	poezeler	poezelst
verbogen	poezele	poezelere	poezelste
partitief	poezels	poezelers	-

Bijvoeglijk naamwoord

poezel

1. met zachte, ronde vormen

Synoniemen

• mollig
• poezelig

Afgeleide begrippen

• poezelig

Gangbaarheid

• Het woord poezel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "poezel" herkend door:

41 %	van de Nederlanders;
31 %	van de Vlamingen.