poen

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  poen    (hulp, bestand)
• IPA: / pun / (1 lettergreep)

Woordafbreking

• poen

Woordherkomst en -opbouw

• herkomst onzeker, in de betekenis van ‘geld’ aangetroffen vanaf 1698

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	poen	poenen
verkleinwoord	poentje	poentjes

Zelfstandig naamwoord

de poen v / m

1. (Bargoens) geld

Vertalingen

    1. geld   

Duits: Kröten (de) v

Engels: cash (en), cabbage (en), dough (en)

Anagrammen

• open
• nope

Gangbaarheid

• Het woord poen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "poen" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
96 %	van de Vlamingen.

Welsh

enkelvoud	meervoud
poen	poenau

Zelfstandig naamwoord

poen v

1. pijn