Naar inhoud springen

podcaster

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pod·cas·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord podcaster podcasters
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de podcasterm

  1. iemand die een audio-uitzending maakt die afgespeeld kan worden via het internet
     De speech van Hermans en het daaropvolgende applaus van haar partijgenoten werden bekritiseerd in verschillende media, zoals bij Vandaag Inside, door columnist en podcaster Marcel van Roosmalen en door programmamaker Tim Hofman.[1]
     Ook podcaster Verlaan waarschuwt. "Er zijn altijd mensen die zoeken naar snel geld, en dat is er niet. Als dat er wel was, zou iedereen dat doen."[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 10 juli 2023 Weblink bron “VVD-fractievoorzitter Hermans geraakt door 'tassendrager' van Wilders” (Woensdag 15 juni 2022, 15:02), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 10 juli 2023 Weblink bron “'Beleggen voor jongeren een spel, maar niet zonder gevaren'” (Donderdag 25 februari 2021, 14:58), NOS