plantengemeenschap

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  plantengemeenschap    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• plan·ten·ge·meen·schap

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  plant  en  gemeenschap  met het invoegsel -en- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	plantengemeenschap	plantengemeenschappen
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de plantengemeenschap v

1. (plantkunde) karakteristieke leefgemeenschap van planten in een vegetatie

Synoniemen

• fytocoenon

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Gangbaarheid

• Het woord plantengemeenschap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.