peuzelen

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  peuzelen    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• peu·ze·len

Woordherkomst en -opbouw

• In de betekenis van ‘met genoegen opeten’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1599

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
peuzelen	peuzelde	gepeuzeld
zwak -d	volledig

Werkwoord

peuzelen

1. onovergankelijk langzaam en met smaak eten

Hyponiemen

• afpeuzelen, oppeuzelen

Afgeleide begrippen

• peuzelaar, peuzeling, peuzelwerk

Gangbaarheid

• Het woord peuzelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "peuzelen" herkend door:

95 %	van de Nederlanders;
96 %	van de Vlamingen.