parlare

Italiaans

Uitspraak

• Geluid:  parlare    (hulp, bestand)
• IPA: /pa.rˈla.re/

stamtijd
infinitief	onvoltooid deelwoord	voltooid deelwoord
parlare	parlante	parlato
tegenwoordige tijd	verleden tijd	toekomende tijd
parlo	parlavo	parlerò
	volledig

Woordherkomst en -opbouw

• Afkomstig van het Latijnse parabolare.

Werkwoord

parlare

1. spreken

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
parlar

parlare

1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van parlar
2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van parlar