pale

Engels

Uitspraak

• Geluid:  pale (VS)    (hulp, bestand)

Bijvoeglijk naamwoord

stellend	vergrotend	overtreffend
pale	paler/more pale	palest/most pale

pale

1. bleek, flets, vaal
2. pips

Zelfstandig naamwoord

enkelvoud	meervoud
pale	pales

pale

1. (heraldiek) paal
2. schuttingpaal, staak
3. omheind gebied

vervoeging
onbepaalde wijs	to  pale
he/she/it	pales
verleden tijd	paled
voltooid deelwoord	paled
onvoltooid deelwoord	paling
gebiedende wijs	pale

Werkwoord

1. onovergankelijk bleek worden, verbleken
2. overgankelijk doen verbleken
3. overgankelijk omheinen

Tsjechisch

Uitspraak

• IPA: /palɛ/

Woordafbreking

• pa·le

Zelfstandig naamwoord

pale

1. vocatief enkelvoud van pal