Naar inhoud springen

paillette

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: paillet


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pail·let·te
Woordherkomst en -opbouw
  • van Frans paillette, in de betekenis van ‘versiering van kleding’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1627 [1] [2] [3]
v/m enkelvoud meervoud
naamwoord paillette pailletten
verkleinwoord pailletje pailletjes

Zelfstandig naamwoord

de paillettev / m

  1. (kleding) plaatje glinsterend materiaal dat men op kleding naait als versiering
    • In het noorden bijvoorbeeld, waar de Amsterdamse Martin Heuckeroth, broer van Gordon, de titel ‘stylist van het noorden’ heeft geclaimd, want “why not?”. Maar ook in het Oosten, waar de vijftienjarige Bengaalse Dipa Bhatnagar overuren draait om glitters, pailletjes en steentjes op huispakken te naaien. [4] 
    • “Het wordt tijd,” zei de vriendin, stroopte de onesie van haar lijf en verdween in de slaapkamer – die ze ‘kleedkamer’ noemt, als ze denkt dat ik niet oplet – om een stemmig jurkje met glitters en pailletten uit te zoeken. [5] 
    • Veel zwart en goud, veel blingbling en een fijne hoodie van zilveren pailletten zien we op de foto’s van Steven Meisel, met in de hoofdrol supermodel Gigi Hadid. [6] 
Synoniemen
o enkelvoud meervoud
naamwoord paillette -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het pailletteo

  1. (textiel) glad, glanzend zijden weefsel
      O, wat een beeldige blouse van crème Alençon-kant, versierd met bolletjes en met geplooide tulle en met een garnituur van empire-groen ninon... Deze had wel iets van degene, die zij zelf op het oogenblik droeg van oud-blauwe paillette met Venetiaansche guipure...[7]

Gangbaarheid

80 % van de Nederlanders;
69 % van de Vlamingen.[8]

Meer informatie

Verwijzingen