paarlen

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  paarlen    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• paar·len

	stellend
onverbogen	(alleen attributief)
verbogen

Bijvoeglijk naamwoord

paarlen

1. met paarlen vervaardigd

Zelfstandig naamwoord

de paarlen mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord paarl

Gangbaarheid

• Het woord paarlen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "paarlen" herkend door:

62 %	van de Nederlanders;
30 %	van de Vlamingen.