ordinary

Engels

Uitspraak

• Geluid:  ordinary (VS)    (hulp, bestand)
• IPA: /ˈɔːdɪnəɹi/

Bijvoeglijk naamwoord

stellend	vergrotend	overtreffend
ordinary	more ordinary	most ordinary

ordinary

1. ordinair; gewoon; normaal

Antoniemen

• special
• extraordinary

Zelfstandig naamwoord

enkelvoud	meervoud
ordinary	ordinaries

ordinary

1. (heraldiek) herautstuk