optimaliseren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- op·ti·ma·li·se·ren
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van het Franse optimaliser (met het achtervoegsel -alis) met het achtervoegsel -iseren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
optimaliseren |
optimaliseerde |
geoptimaliseerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
optimaliseren
- overgankelijk optimaal maken, in de meest gunstige omstandigheden of tot de gunstigste oplossing brengen gegeven een bepaald criterium en bekende randvoorwaarden
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord optimaliseren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "optimaliseren" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 13
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -alis in het Latijn
- Achtervoegsel -iseren in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %