oprispen

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  oprispen    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• op·ris·pen

Woordherkomst en -opbouw

• In de betekenis van ‘maaginhoud opgeven’ voor het eerst aangetroffen in 1463
• samenstelling van  op vz  en  rispen ww 

Werkwoord

oprispen

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
oprispen	rispte op	opgerispt
zwak -t	volledig

1. opgeven van maaginhoud

Synoniemen

• opwerpen, opboeren, burpen, boeren, braken

Verwante begrippen

• oprisping

Vertalingen

    1.   

Engels: eructate (en), burp (en), belch (en)

Spaans: eructar (es), regoldar (es)

Gangbaarheid

• Het woord oprispen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "oprispen" herkend door:

96 %	van de Nederlanders;
96 %	van de Vlamingen.