opmerkenswaardig

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·mer·kens·waar·dig
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen opmerkenswaardig opmerkenswaardiger opmerkenswaardigst
verbogen opmerkenswaardige opmerkenswaardigere opmerkenswaardigste
partitief opmerkenswaardigs opmerkenswaardigers -

Bijvoeglijk naamwoord

opmerkenswaardig [1]

  1. van iets of iemand dat het de moeite waard is om aandachtig waar te nemen; aandacht verdienend
     Het is opmerkenswaardig - louter ter illustratie van het belang dat wij aan ons eigen oordeel hechten, en van de trots waarmee wij onze voorbarige conclusies kenbaar maken - dat mijnheer Grimwig, hoewel hij beslist geen kwaad man was en het hem oprecht zou hebben verdroten om zijn gewaardeerde vriend gedupeerd en bedrogen te zien, op dit moment oprecht en vurig hoopte dat Oliver Twist niet zou terugkeren.[2]
Synoniemen


Gangbaarheid

Verwijzingen