opbollen

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  opbollen    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• op·bol·len

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  op bw  en  bollen ww 

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
opbollen	bolde op	opgebold
zwak -d	volledig

Werkwoord

opbollen

1. bolrond worden

Vertalingen

    1. bolrond worden   

Spaans: abultarse (es)

Gangbaarheid

• Het woord opbollen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "opbollen" herkend door:

91 %	van de Nederlanders;
75 %	van de Vlamingen.