onvolwassen

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  onvolwassen    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• on·vol·was·sen

Woordherkomst en -opbouw

• afleiding met het voorvoegsel on- en volwassen

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	onvolwassen	onvolwassener	onvolwassenst
verbogen			onvolwassenste
partitief	onvolwassens	onvolwasseners	-

Bijvoeglijk naamwoord

onvolwassen

1. jonger zijn dan 18 jaar

   •  

Synoniemen

• kinderachtig, jong, klein, onvolgroeid, onmondig

Gangbaarheid

• Het woord onvolwassen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "onvolwassen" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
98 %	van de Vlamingen.