Naar inhoud springen

onvoltooid verleden toekomende tijd

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·vol·tooid ver·le·den toe·ko·men·de tijd
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord onvoltooid verleden toekomende tijd -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de onvoltooid verleden toekomende tijdm

  1. (grammatica) De o.v.t.t. stelt men samen met zou(den) en een infinitief. Het drukt een handeling uit die vanuit het verleden in de toekomst plaatsvindt. Aangezien het uitgangspunt om de tijdsverhoudingen te bepalen hier het verleden is, spreekt men over een "verleden toekomende" tijd
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie