onovergankelijk werkwoord
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- on·over·gan·ke·lijk werk·woord
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | onovergankelijk werkwoord | onovergankelijke werkwoorden |
verkleinwoord | onovergankelijk werkwoordje | onovergankelijke werkwoordjes |
Zelfstandig naamwoord
het onovergankelijk werkwoord o
- (grammatica) een werkwoord dat niet vergezeld kan worden door een lijdend voorwerp of een meewerkend voorwerp in een zin
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen
1. een werkwoord dat niet vergezeld kan worden door een lijdend voorwerp of een meewerkend voorwerp in een zin
Gangbaarheid
- Het woord 'onovergankelijk werkwoord' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.