onmatig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- on·ma·tig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | onmatig | onmatiger | onmatigst |
verbogen | onmatige | onmatigere | onmatigste |
partitief | onmatigs | onmatigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
onmatig [1]
- geen maat houdend
Antoniemen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord onmatig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "onmatig" herkend door:
84 % | van de Nederlanders; |
74 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be