onderstellen

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  onderstellen    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• on·der·stel·len

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  onder  en  stellen 

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
onderstellen	onderstelde	ondersteld
zwak -d	volledig

Werkwoord

onderstellen

1. overgankelijk een bepaalde aanname maken, veronderstellen

Verwante begrippen

• aannemen, menen, stellen, vermoeden

Hyponiemen

• veronderstellen

Afgeleide begrippen

• onderstelling

Vertalingen

    1.   

Spaans: suponer (es)

Zelfstandig naamwoord

de onderstellen mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord onderstel

Gangbaarheid

• Het woord onderstellen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.