onderkleding

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  onderkleding    (hulp, bestand)
• IPA: /ˈɔndərkledɪŋ/

Woordafbreking

• on·der·kle·ding

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  onder  en  kleding 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	onderkleding	-
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de onderkleding v

1. kleding die onder de zichtbare kledingstukken wordt gedragen

Synoniemen

• ondergoed

Hyponiemen

• onderhemd, onderbroek, onderrok, beha, corset

Vertalingen

    1. kleding die onder de zichtbare kledingstukken wordt gedragen   

Duits: Unterwäsche (de) v Engels: underclothing (en) underwear (en)

Frans: sous-vêtements (fr) m + mv, dessous (fr) m + mv Spaans: ropa interior (es) v

Gangbaarheid

• Het woord onderkleding staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.