onaanvaardbaar
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- on·aan·vaard·baar
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van aanvaardbaar met het voorvoegsel on-
Bijvoeglijk naamwoord
onaanvaardbaar
- niet aanvaardbaar, niet acceptabel.
- Mishandeling van iemand is een onaanvaardbare daad.
Synoniemen
Antoniemen
Gangbaarheid
- Het woord onaanvaardbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.