omwaaien
Nederlands
Uitspraak
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
omwaaien |
waaide om woei om |
omgewaaid |
klasse 6
zwak -d
|
volledig |
Woordafbreking
- om·waai·en
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van om en waaien
Werkwoord
omwaaien [1]
- ergatief door de wind omvergeworpen worden
- Die boom was in de storm omgewaaid.
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
omwaaien |
omwaaide omwoei |
omwaaid |
klasse 6
zwak -d
|
volledig |
Werkwoord
omwaaien [2]
- ergatief ergens omheen waaien
Gangbaarheid
- Het woord omwaaien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "omwaaien" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Sterk werkwoord klasse 6 in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Gemengd werkwoord in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Samenstelling in het Nederlands
- Ergatief werkwoord in het Nederlands
- Onscheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 97 %