omver

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  omver    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• om·ver

Woordherkomst en -opbouw

• In de betekenis van ‘bijwoord van plaats: ondersteboven’ voor het eerst aangetroffen in 1573
• samenstelling van  om  en  ver 

Bijwoord

omver

1. niet meer rechtopstaand

   • Na de worp lagen er zeven kegels omver. 

2. bijwoordelijk deel van een scheidbaar werkwoord

   • omvertrekken: De menigte trok het standbeeld van de gehate dictator omver. 

Synoniemen

• ondersteboven

Afgeleide begrippen

   

omverblazen omverdraven omverduwen omvergaan omvergooien omverhalen omverkantelen omverkegelen omverliggen omverlopen omverlullen omverpakking omverreet omverrennen omverrijden omverrukken omverschieten omverschoppen omverslaan omversmakken omverstoten omvertrap omvertrappen omvertrekken omvertuimelen omvervallen omverwaaien omverwerpen

Gangbaarheid

• Het woord omver staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "omver" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.