numerair
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- nu·me·rair
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | numerair | numerairder | numerairst |
verbogen | numeraire | numerairdere | numerairste |
partitief | numerairs | numerairders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
numerair
- naar het getal
Vertalingen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | numerair | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het numerair o
- gemunt geld
Gangbaarheid
- Het woord numerair staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "numerair" herkend door:
53 % | van de Nederlanders; |
56 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ numerair op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -air in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 53 %
- Prevalentie Vlaanderen 56 %