nizozemský
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /ɲɪzɔzɛmskiː/
Woordafbreking
- ni·zo·zem·ský
Woordherkomst en -opbouw
Bijvoeglijk naamwoord
nizozemský
- (demoniem) Nederlands; met betrekking tot het land Nederland
- (demoniem) Nederlands; met betrekking tot het volk Nederlanders
- (taal) Nederlands; met betrekking tot de taal Nederlands
Verbuiging
Synoniemen
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen
Typische woordcombinaties
Verwante begrippen