motoren

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  motoren    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• mo·to·ren

Zelfstandig naamwoord

de motoren mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord motor

Synoniemen

• motors

Hyponiemen

automotoren benzinemotoren boxermotoren buitenboordmotoren dieselmotoren

explosiemotoren gasmotoren gelijkstroommotoren heteluchtmotoren hulpmotoren

inductiemotoren injectiemotoren off-the-roadmotoren raketmotoren reactiemotoren

rotatiemotoren servomotoren startmotoren stirlingmotoren straalbuismotoren straalmotoren

stuwstraalmotoren tweetaktmotoren verbrandingsmotoren viertaktmotoren vliegtuigmotoren wankelmotoren

Achterhoeks

Zelfstandig naamwoord

motoren

1. meervoud van motor

Deens

Woordafbreking

• mo·to·ren

Zelfstandig naamwoord

motoren, g

1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van motore

Drents

Zelfstandig naamwoord

motoren

1. meervoud van motor

Nedersaksisch

Zelfstandig naamwoord

motoren

1. meervoud van motor

Twents

Zelfstandig naamwoord

motoren

1. meervoud van motor

Veluws

Zelfstandig naamwoord

motoren

1. meervoud van motor