morgenschemering
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mor·gen·sche·me·ring
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van morgen zn en schemering zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | morgenschemering | morgenschemeringen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de morgenschemering v
- het halfduister in de vroege ochtend
- ▸ De mist werd zo dicht dat ze ondanks de morgenschemering geen tien passen voor zich uit konden zien.[2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord morgenschemering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1