moerbeifamilie

Nederlands

Vijgenboom (Ficus carica)

Uitspraak

• Geluid:  moerbeifamilie    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• moer·bei·fa·mi·lie

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  moerbei zn  en  familie zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	moerbeifamilie	moerbeifamilies
verkleinwoord	moerbeifamilietje	moerbeifamilietjes

Zelfstandig naamwoord

de moerbeifamilie v

1. (bloemplanten) een familie Moraceae  van tweezaadlobbige houtige planten met melksap, vooral voorkomend in warmere streken

Hyperoniemen

• zaadplanten, fabiden, rosiden, 'nieuwe' tweezaadlobbigen, bedektzadigen, landplanten, planten

Hyponiemen (in taxonomische zin)

• moerbei
• bodhiboom, broodboom, Indische rubberboom, Kaapse wilde vijg, nangka, osagedoorn, papiermoerbei, tjampedak, vijgenboom, vioolbladplant, waringin, wilde vijgenboom

Gangbaarheid

• Het woord 'moerbeifamilie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

• [1] moerbeifamilie in het Nederlands Soortenregister N
• [1] moerbeifamilie op Wikidata