micro-economisch
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mi·cro-eco·no·misch
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van economisch met het voorvoegsel micro-
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | micro-economisch | micro-economischer | |
verbogen | micro-economische | micro-economischere | |
partitief | micro-economisch | micro-economischers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
micro-economisch
- (economie) betrekking hebbend op de micro-economie
Antoniemen
Gangbaarheid
- Het woord micro-economisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.