Naar inhoud springen

mastodont

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mas·to·dont
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘voorhistorisch zoogdier’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1847 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord mastodont mastodonten
verkleinwoord mastodontje mastodontjes

Zelfstandig naamwoord

de mastodontm

  1. (slurfdieren) Mammut op Wikispecies een geslacht van uitgestorven slurfdieren
  2. (figuurlijk) een groot gevaarte of een groot, invloedrijk persoon
Hyponiemen

Gangbaarheid

76 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen