manakin

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  manakin    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ma·na·kin

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	manakin	manakins
verkleinwoord	manakinnetje	manakinnetjes

Zelfstandig naamwoord

manakin

1. (zangvogels) Pipridae  vogel uit een familie van vogels uit de orde zangvogels

Hyponiemen

   

Eckelberry's manakin Pinto's tiranmanakin Wieds tiranmanakin andesmanakin araripemanakin bandstaartmanakin blauwkapmanakin blauwkruinmanakin blauwstuitmanakin bonte manakin breedbekmanakin breedstaartmanakin chocomanakin draadmanakin fluweelmanakin geelbroekmanakin geelkopmanakin geelkruinmanakin goudkopmanakin goudkraagmanakin goudkruinmanakin goudvleugelmanakin grijskopmanakin groene manakin helmmanakin kaneelmanakin kleine tiranmanakin kuifmanakin lancetmanakin langstaartmanakin oostelijke gestreepte manakin oostelijke witbefmanakin opaalkruinmanakin oranjebuikmanakin oranjekraagmanakin oranjekruinmanakin pijlstaartmanakin prachtmanakin roodkopmanakin roodkruinmanakin roraimamanakin sneeuwkapmanakin stompveermanakin streepvleugelmanakin tiranmanakin vlamkruinmanakin vuurkapmanakin westelijke gestreepte manakin westelijke witbefmanakin witbefmanakin witkeelmanakin witkraagmanakin witkruinmanakin witvoorhoofdmanakin yungasmanakin zwaluwstaartmanakin zwarte manakin zwartkapmanakin

Gangbaarheid

• Het woord 'manakin' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.