maatbeker
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- maat·be·ker
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van maat en beker
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | maatbeker | maatbekers |
verkleinwoord | maatbekertje | maatbekertjes |
Zelfstandig naamwoord
de maatbeker m
- een glas met maatverdelingen
- Hij gooide de maatbeker uit woede kapot.
Vertalingen
1. een glas met maatverdelingen
Gangbaarheid
- Het woord maatbeker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "maatbeker" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be