loep

Nederlands

1. Een blauwe loep.

Uitspraak

• Geluid:  loep    (hulp, bestand)
• IPA: / lup / (1 lettergreep)

Woordafbreking

• loep

Woordherkomst en -opbouw

• van Frans loupe, in de betekenis van ‘vergrootglas’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1821

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	loep	loepen
verkleinwoord	loepje	loepjes

Zelfstandig naamwoord

de loep v

1. (optica) sterk vergrotend vergrootglas

Schrijfwijzen

• loupe (in officiële spelling tot 1996)

Verwante begrippen

• lens
• vergrootglas

Vertalingen

    1.   

Deens: lup (da) g Duits: Lupe (de) v Engels: magnifying glass (en) Esperanto: lupeo (eo) Frans: loupe (fr) v

Italiaans: lente di ingrandimento (it) Pools: lupa (pl) Portugees: lupa (pt) Spaans: lupa (es) v

Gangbaarheid

• Het woord loep staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "loep" herkend door:

98 %	van de Nederlanders;
96 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.