lilliputachtig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- lil·li·put·ach·tig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | lilliputachtig | lilliputachtiger | lilliputachtigst |
verbogen | lilliputachtige | lilliputachtigere | lilliputachtigste |
partitief | lilliputachtigs | lilliputachtigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
lilliputachtig
- gelijkend op, of eigenschappen hebbend van de bewoners van Lilliput (de lilliputters)
- Hoewel zij wel klein was kon je haar toch zeker niet lilliputachtig noemen.
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord lilliputachtig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.