lelijkerd

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  lelijkerd    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈleləkərt / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• le·lij·kerd

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van lelijk met het achtervoegsel -erd

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	lelijkerd	lelijkerds
verkleinwoord	lelijkerdje	lelijkerdjes

Zelfstandig naamwoord

de lelijkerd m

1. iets of iemand die er onaantrekkelijk uitziet
2. (scheldwoord) iemand die er onaantrekkelijk uitziet of een slecht karakter heeft

Hyponiemen

• [2] schreeuwlelijkerd

Gangbaarheid

• Het woord lelijkerd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lelijkerd" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
93 %	van de Vlamingen.